Grenzen - Reisverslag uit Tijuana, Mexico van Geke Visser - WaarBenJij.nu Grenzen - Reisverslag uit Tijuana, Mexico van Geke Visser - WaarBenJij.nu

Grenzen

Door: Geke

Blijf op de hoogte en volg Geke

19 December 2012 | Mexico, Tijuana

Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden, en dat is het eigenlijk ook, dat ik in San Francisco was. De reden dat ik na zondag 16 december geen blog meer heb geschreven was dat ik bij Aldara verbleef in Mexico. Als ik alleen op reis ben lig ik ’s avonds in mijn bed een blog te schrijven, maar dat is natuurlijk niet echt sociaal om dat te doen als je bij iemand thuis verblijft. Nadat ik terug was en school weer begon was ik er simpelweg te lui voor (ik schijn Mexicaans bloed te hebben..), of had ik te veel lol. Iets positiefs hieraan is natuurlijk dat ik me nog steeds niet verveel . Nu heb ik oude half afgemaakte reisverslagen bij elkaar gezocht, mijn reisboekje doorgelezen en een outline gemaakt voor vijf (misschien een meer of minder) reisverslagen. De komende dagen zal ik proberen toch nog een paar mooie blogs neer te zetten ook al is het al weer een tijdje geleden. Als ik het niet doe, weet ik zeker dat ik er later spijt van krijg.

Maandag 17 december was mijn laatste dag in San Francisco. ’s Ochtends na het ontbijt dumpte ik mijn bagage in een locker omdat ik uit moest checken. Hoopvol liep ik naar buiten, en zag dat de zon scheen. Vandaag zou ik dan toch nog de Golden Gate Bridge over fietsen!

Met de cable train ging ik omhoog (voor de eerste keer werd mijn kaartje gecheckt) naar de fietsenverhuur in downtown San Franciso. Daar kreeg ik een mooie mountainbike met een mandje voorop. Het leuke van de route is dat je niet kunt verdwalen: je volgt het fietspad langs het water, welke je op de brug brengt. Voordat ik bij de brug kom fiets ik langs de baai, waar een paar mensen aan het yoga-en zijn op een strandje en verderop in het water zijn er zelfs een paar mannen aan het zwemmen. En nee; het water is niet warm. Een klein beetje heuvelopwaarts fiets ik door een park. Hier zijn geen toeristen: mensen laten hun hond uit en bespreken ondertussen zakelijke dingen door hun mobieltjes. Het fietspad loopt door langs de haven met aan de linkerkant de buitenwijken met luxe huizen, en verderop huizen die overal ter wereld zouden kunnen staan behalve dan dat ze in allemaal pastelkleuren zijn geschilderd. De laatste weg tot de felrode brug is een soort industrieweg waar het terrein verrassend vlak is. Ik stop (veel te vaak) om foto’s te maken van het geweldige uitzicht. Nadat de laatste heuvel beklommen is sta ik dan eindelijk aan het begin van de beroemde Golden Gate bridge. Braaf blijf ik aan de rechterkant fietsen, maar toch moet ik zo nu en dan voetgangers ontwijken. Op een gegeven moment roept iemand me achterna; “links is voor fietsen!”. Ai, dat had ik even niet gezien op de borden.

Een stukje de brug op heb ik een geweldig uitzicht. Rechts van me strekt zich de stad San Francisco uit. Ik kan de hele haven zien, de brandwachters toren en ook Alcatraz duikt weer op. Op het toppunt stop ik en maak veel te veel foto’s. Het is niet super helder maar er is genoeg zon om redelijke foto’s te maken en het niet koud te hebben zonder jas. Vanaf daar gaat het wegdek weer schuin naar beneden en zet ik volle vaart in, alle andere mensen op het fietspad ontwijkend. Genietmomentje; ik ben bijna aan de andere kant van de wereld en race de Golden Gate Bridge af met een big smile. Vlak voor het einde moet ik nog even keihard op de rem; een of andere idioot rijdt aan de rechterkant van het fietspad. Flapdrol.

Voor het eerst sinds ik in de stad kwam vier dagen geleden bevind ik me weer buiten de grenzen van San Francisco, vlakbij het stadje Sausalito. De omgeving is bergachtig en de wegen lopen tussen de bomen door. De weg naar beneden is best stijl maar ik voel me veel te goed om te remmen. Op deze zijweg rijden niet zoveel auto’s dus race ik zigzaggend naar beneden. Als ik een auto inhaal besluit ik toch maar op te passen in de eerst volgende haarspeld bocht. Sausalito is een rustig dorpje met weinig toeristen. Eigenlijk met weinig mensen in het algemeen. Ik blijf staan en wacht op een postbode om naar mij toe te lopen zodat ik een foto kan maken. Verder het centrum in zijn veel restaurantjes en huizen waar je je toekomst kan laten voorspellen. Bij het postkantoor iets buiten het centrum doe ik mijn pakketje op de bus waar ik al twee dagen mee loop rond te zeulen. De man die mijn pakketje adresseert verteld vol trots dat zijn broer in Nederland woont en dat zijn vader de oudste Nederlandse boerderij in New York ooit in zijn bezit had. Die verrekte Nederlanders ook altijd overal..

Na de veerboot te hebben gevonden waar ik me terug ga naar downtown San Francisco baal ik wel een beetje dat het allemaal weer zo snel ging. En de zenuwen kom ook wel een beetje naar boven. In een paar uur zal ik voor het eerst met Amtrak reizen, het Amerikaanse lange-afstands-openbaar-vervoer-systeem. Aangezien ik dat nog nooit gedaan heb en ook nog eens geen idee heb waar de bushalte is wordt het nog chaos. En ik moet de fiets nog terug brengen. En niet mijn overstap tussen de bus en trein en bus niet missen. En kom ik de grens wel over? Shit.

De man achter de balie heeft ook geen idee waar mijn busstation is. Officieel mag ik het hostel niet meer in omdat ik al ben uitgecheckt, maar ik weet mezelf naar binnen te praten en kan me nog even opfrissen voordat ik mijn rugzak weer oppak en naar het Financial District loopt. Als een kip zonder kop loop ik van de ene hoek naar de andere, totdat ik een ander bus van Amtrak aan zie komen. De busschauffeur weet me te vertellen dat ik bij de ferrybuilding moet zijn, waar ik inderdaad een paaltje vindt met daaraan een bordje met “amtrak bushalte”. Met mij wachten nog een paar vage figuren; een surfdude en een mevrouw van middelbare leeftijd die net zo gestresst is als ik ben over het halen van de bus, maar dat wat meer uit. Arme busschauffeur. Zoals alles in Amerika is ook het openbaar vervoer: het duurt even, maar uiteindelijk komen we er wel. Dat is wel iets waar ik aan moest wennen. Bussen komen wel, alleen dan wel vijf, tien of twintig minuten later of eerder. Het enige wat je er aan kan doen is tot tien tellen en er in meegaan. De busschauffeur weet me echter er wel van te verzekeren dat ik mijn overstap niet zal missen omdat het zo geregeld is dat bussen en treinen op elkaar wachten. Zit er toch nog een beetje systeem in.

Mijn eerste verbinding loopt van San Francisco naar Oakland. Vanaf daar stap ik over op een reusachtige Amtrak trein: het toestel is zeker vier meter hoog en lijkt oneindig lang. Ik heb nog nooit in zo’n enorme trein gezeten. Na een plekje gezocht te hebben wil ik half wakker blijven, en niet mijn overstappen, maar eigenlijk moet ik ook slapen omdat dat de rest van de nacht waarschijnlijk niks wordt. ’s Nachts reizen heeft ook zijn nadeel; je ziet niet zoveel van het landschap. Om de zoveel minuten flitsen er lampjes voorbij of kan ik aan de andere kant van het water een dorpje zien. Om 11 uur besluit ik toch maar iets als avondeten te scoren. De restauratiewagon is leeg op een vrouw achter de balie na. “Are you from Australia?” persoonlijk vind ik dit niet zo erg, Aldara denkt soms dat ik uit Schotland kom, zolang het maar niet zo klinkt alsof ik steenkolen Engels spreek. Ik ontken dit en vertel dat ik uit Nederland kom. “Ik ook!” zegt de mevrouw, in het Nederlands. Verhip, ze zitten echt overal. In de jaren vijftig was ze als kind verhuisd naar Amerika, door New York verder het binnenland in. Haar Nederlands had een zwaar accent maar grammaticaal gezien zat het nog allemaal goed in elkaar. Ik zet het gesprek maar in het Engels voor want dat loopt beter. Haar naam is Lisa en ze weet ook nog waar Friesland ligt want daar is ze afgelopen september nog geweest. Vol enthousiasme pakt ze haar Ipad erbij en laat me allemaal foto’s zien van haar vakantie in Harlingen zien terwijl ik mijn broodje op eet. Ze is lid van de nationale vuurtoren vereniging en was helemaal enthousiast over de vuurtoren op Schiermonnikoog. Ze vertelt over haar jeugd, wat ze nu doet, en dat ze met haar man gezellig een weekendje op de eindbestemming verblijft. Het gaat over talen, Fries, Amerikaans, en hoe ze als vijfjarige op school met een woordenboek Engels-Nederlands rondloopt om zich proberen te redden. Ze vertelt dat ze terug is geweest naar haar ouderlijk huis in Nederland, en hoe bijzonder Amerikanen dat vinden omdat huizen hier gewoon plat worden gegooid en opnieuw worden gebouwd omdat dat praktischer is. Er komt niemand iets te eten halen dus we zitten gezellig te praten totdat het voor haar tijd is om de boel schoon te maken en voor mij om mijn rugzak op te halen voor de overstap in Bakersfield. We nemen afscheid, en behalve elkaars levensverhaal weet ze niks van mij en ik niets van haar, behalve haar voornaam want die stond op haar kaartje. Wat een mooi aspect is dat toch van reizen. Van het landschap in California heb ik niet veel gezien maar het was een bijzondere treinreis.

Terug de nacht in, mijn reis gaat weer verder in de bus, om één uur ’s nachts. Natuurlijk kan mijn busschauffeur mijn naam niet normaal uitspreken maar het zal me wat, hij geeft er ook geen biet om zolang zijn Iphone de barcode op mijn kaartje maar accepteert. Ik heb een vijf uur lang durende reis voor de boeg in mijn minst-favoriete vervoersmiddel. We rijden nu dichter bij de kust over de snelweg, dichter bij beschaving. Het gehobbel helpt me niet in slaap, zelfs niet met de gedachte dat ik nog ruim vier uur heb voordat ik de bus uit moet. Mijn kaartje zegt San Diego, 5.45, maar tegen de tijd dat het zo laat is heb ik misschien tien minuten geslapen. De bus stop en ik pak mijn spullen om uit te stappen. Het is verrekte vroeg en ik ben op een plaats waar ik nog nooit geweest ben. Is dit wel de goeie plaats? Ik kijk op de kaart. Hele mooie plattegrond maar geen namen. Ik loop weer terug naar de bus. De ongeïnteresseerde buschauffeur weet mee te delen dat dit nog niet San Diego is. Fijn, vertraging.

Rond een uur of zes zullen we wel zijn aangekomen in San Diego, ik weet het niet precies meer. Weer een nieuwe plaats, ik ben moe maar ook op m’n hoede en op zoek naar de trolley (een soort tram), die me naar de grens met Mexico moet brengen. In de trolley zitten mensen die of heel vroeg zijn of heel laat. Eentje knoopt een gesprek met me aan. Het is een beetje een vaag figuur maar het lijkt me beter om zo iemand als vriend te hebben dan als vijand. Bovendien moet hij ook de grens over, en spreekt hij Spaans; kan nog handig zijn. Mijn instructies van Aldara waren: ga naar San Isidro met de trolley, loop over de brug Tijuana in en kom naar de McDonalds dan zien we elkaar daar. Een beetje jammer was dat ze de hele grens hadden veranderd in de tijd dat de kleine Mexicaan in New York zat. Gelukkig kon mijn nieuwe vriend mooi in het Spaans de weg vragen. Met wat vertraging, eerst van Amtrak en vervolgens door de grens, kwam ik dan toch bij de McDonald’s aan. De grens van de Verenigde Staten is niet zo’n probleem; je loopt achter wat gebouwen langs een soort brug over en als je er niet al te verdacht uit ziet dan mag je gewoon langs de mannen met geweren Mexico in lopen. Nou alleen nog die man kwijt zien te raken..

Gelukkig moet hij even wat doen in een winkel en krijg ik de grote M al zicht dus ga ik er mooi vandoor. Net als ik naar binnen wil stappen wordt er aan m’n arm getrokken. Aldara loopt in haar pyjama en met een veel te grote muts op, alsof ze net uit bed komt. De stress valt van haar af, ze was bezorgd want ik was al twee uur te laat. Haar zus had mij gespot: “Hee, zij is lang en blond en ziet er wel Nederlands uit, is dat Geke?”. Terug in de auto probeerde Ximena, zus van Aldara, de auto te starten maar dat wilde niet. Ze hadden het koud (het was 15 graden maar ze hadden het toch koud) en dus de verwarming aangezet zonder dat de motor aanstond. Accu leeg. Ximena papte aan met een taxichauffeur om een jumpstart te geven en toen gingen we toch nog op weg naar Playa de Tijuana, de buurt waar Aldara woont.

Toen ik met de trolley het laatste station binnen reed had ik al gezien dat er heuvels en heuvels vol met huizen waren. Op dat moment was het interessanter hoe ik de grens over kwam dus had ik er niet zoveel aandacht aan had besteed. In de auto reden we weer langs de enorme Mexicaanse vlag en besefte ik dat deze heuvels vol met huizen bij Tijuana horen. Er wonen ongeveer anderhalf miljoen mensen tussen de heuvels van de buitenwijken en in het vlakke centrum. Als je boven op zo’n heuvel bent dringt het tot je door hoeveel mensen dat eigenlijk zijn.

Aangekomen bij het huis van Aldara is er verder niemand. Haar moeder is aan het werk dus kan ik mooi even rondkijken in het huis. Alle huizen in de wijk hebben een hoog hek met daarachter een oprit van steen. Per huis is dit echter heel verschillend. Huize Moncada heeft een donker gelakte poort, met daarboven een versiering van gesmede bloemen en bladeren. De voordeur heeft dezelfde versiersel in het midden. Het huis is donker, maar wel gezellig-donker. Links ligt de keuken en met de klok mee kom je bij de eettafel en vervolgens in het woongedeelte. Er zijn versieringen, mozaïeken, zoals ik me had voorgesteld bij een Mexicaans huis. Rechts de trap op is de tweede verdieping waar de slaapkamers zijn. Aldara heeft een kamer met twee bedden, en haar eigen badkamertje. Wat een luxe voor mij: het zachtste en meest comfortabele bed waar ik in geslapen heb ik de afgelopen drie maanden. De badkamer is ook prachtig: zee-blauwe tegels met zo nu en dan een witte met een bloem erop. Het uitzicht vanuit de douche is misschien wel het spectaculairste: vanuit het kleine raampje kijk ik uit op de oranje daken van de huizen in de buurt, met hier en daar een palmboom, en helemaal in de verte de zee.

Na een douche, ik rook nog steeds naar de zoute zee van de veerboot, gaan we een kerstboom halen. Aldara had speciaal op mij gewacht met versieren. Wel raar hoor, een kerstboom uitzoeken terwijl het buiten twintig graden is. De boom, die langer is dan ik ben, wordt op het dak gebonden en we rijden weer vier blokken terug naar huis. De kerstversiering komt ergens uit een kast hoog in Aldara’s kamer en alle soorten ornamenten en lampjes worden door elkaar in de boom gehangen, die maar net in de woonkamer past. Aan het eind van de middag komt Aldara’s moeder thuis met haar man. Ik krijg een warm welkom en ik moet beloven dat ik me gedraag alsof ik thuis ben. Wat een heerlijk gevoel om een soort thuis te hebben en even weer te relaxen.

Het is een uur of vier ’s middags en er wordt middageten (of avondeten?) gemaakt. Of ik er een wijntje bij wil? Ach ja waarom ook niet. Het lijkt allemaal één lange dag, die begon toen ik uitcheckte in San Francisco. Inmiddels ben ik meer dan 1000 kilometer zuidwaarts gereisd en heb grenzen overgestoken. Goeie tijd voor een wijntje.

  • 04 Februari 2013 - 18:25

    Hanneke:

    Wat een verhaal Geke, zo beleef je het zelf ook nog een keer zeker? Mooi om te lezen!

  • 04 Februari 2013 - 20:09

    Anneke:

    HI Geeke!!
    Wat fijn. Eindelijk een blog! en wat voor één. Helaas moet (!?) ik zo met je moeder mee naar het zwembad, dus die 2750 woorden ofzo kan ik merendeels pas NA het zwemmen lezen. Ik zal de dames voorstellen het uitzwemmen in het warme bad over te slaan.
    Tot straks,
    Anneke

  • 04 Februari 2013 - 22:35

    Anneke:

    Hi Geke,
    Met een zakje chips (niet verder vertellen) heb ik me achter Elsa's laptop geinstalleerd om je blog te lezen. Ik zag je als het ware door een decor lopen terwijl ik het las. Wat bijzonder dat je in die trein die ex-nederlandse Lisa ontmoette! Het zal een onvergetelijke reisherinnering voor je zijn. En dan bibber ik als je beschrijft dat je misschien wel een beetje tactisch/noodgedwongen vriendelijk met die vent in de trolley babbelt. Toch wel slim van je! Is dat een soort backpackerssurvivalattitude??
    Ik weet nu al dat ik mijn mail de komende dagen vaker zal bekijken, om te zien of het volgende deel er al is.
    Was het wijntje lekker?
    Groetjes, Anneke

  • 09 Februari 2013 - 13:02

    Elsa:

    Jeeeeeeej eindelijk weer een blog! Dat had ik net nodig. (eerste week stage en al 47 uur gehad, terwijl ik trouwens van de wet maximaal 45 uur per week mag stagelopen.. oeps)

    Echt super leuk om weer te lezen wat je allemaal gebeeft daar! Kan het in mijn gedachten als een film voor me zien, met name door jou mooie beschrijving. :)

    Ik hoop niet dat je die vage spaanse kerel nog tegenkomt, wabt ik weer niet of hij het zo leuk vond dat je hem in de steek liet haha. :p

    Ik hoop dat je hebt genoten wat je wel verdiende wijntje!

    X Elsa

    p.s. Wanneer kom je eigenlijk weer terug? Begin onze cupcake uurtjes wel te missen.. ;(

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Geke

Hoi! Mijn naam is Geke, ik ben 18 jaar en woon in Appelscha. Dit jaar heb ik mijn Vwo-diploma gehaald en na de zomervakantie ga ik voor 9 maanden naar New York toe. Van de little apple naar the big apple! Daartussenin ga ik naar Parijs en Rome, en in de zomervakantie naar Noorwegen om weer een stukje meer van de wereld te ontdekken. Hier vind je mijn reisdagboek!

Actief sinds 05 Jan. 2012
Verslag gelezen: 504
Totaal aantal bezoekers 73380

Voorgaande reizen:

20 September 2012 - 02 Juni 2013

New York

25 Maart 2013 - 29 Mei 2013

Hawai'i

15 Juli 2012 - 30 Juli 2012

Noorwegen

29 Juni 2012 - 02 Juli 2012

Rockwerchter 2012

15 Juni 2012 - 17 Juni 2012

Bückeburg

30 Mei 2012 - 13 Juni 2012

Paris - Roma

Landen bezocht: